Column
Sinds de verdwijning van de VAR in 2016, lijkt het kabinet nog steeds geen duurzame oplossing te hebben gevonden voor de toetsing van ondernemerschap en het tegengaan van schijnzelfstandigheid. Zzp’ers wachten nog steeds op duidelijkheid en critici zijn bang dat de datum van 1 januari 2020 weer niet gehaald wordt. Met een nieuw kabinet, wordt het tijd dat de nieuwe leider van de band opstaat en de stok overneemt zodat de band weer een symfonie kan vormen.
Twee jaar lang is kabinet Rutte II bezig geweest met het herdefiniëren van wetgeving voor de inhuur van zzp’ers. Wat een kleine ingreep moest zijn, werd een lange, onduidelijke en complexe weg. Na verschillende pogingen leek het erop dat de Wet DBA (wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties) de oplossing zou worden. Toch heeft het nieuwe kabinet, Rutte III, de Wet DBA alweer van tafel geveegd. Het kabinet komt met een nieuw voorstel: de opdrachtgeversverklaring. Een webmodule waarin opdrachtgevers de arbeidsrelatie met de zzp’er vastleggen. Het voorstel lijkt veel op de BGL, dat al eerder door de Tweede Kamer is afgekeurd. Waarom werkt dit alternatief wel? Opdrachtgevers, zzp’ers en vakbonden snakken op duidelijkheid. Is de oplossing nu eindelijk in zicht?
De roffel is ingezet
Het succes van een band is afhankelijk van een goede bandleider die aan het hoofd staat en zorgt dat alle rollen verdeeld zijn en de melodie bekend is. Gebrek aan leiderschap of duidelijkheid, zorgt voor onrust. Hetzelfde ritme speelt eindeloos door, totdat de bandleider opstaat en een nieuw ritme inzet. Dat is het moment dat een band weer één geheel vormt. Hetzelfde zie ik nu gebeuren bij opdrachtgevers en zzp’ers. Er komen geen concrete antwoorden op eerder gestelde vragen en nieuwe maatregelen worden alsmaar uitgesteld. Vragen zoals: ‘Wanneer is er sprake van schijnzelfstandigheid? Wie is verantwoordelijk? Hoelang mag ik een zzp’er inhuren? Wanneer is een tarief te hoog of te laag?’. Door deze onduidelijkheid zijn opdrachtgevers huiverig om zzp’ers in te huren, omdat zij zoekende zijn naar zekerheid en duidelijkheid. Tegelijkertijd zie ik zzp’ers in loondienst treden, omdat zij bang zijn voor boetes of naheffingen. Volgens het laatste bericht van minister Koolmees, krijgen opdrachtgevers en zzp’ers pas in 2020 duidelijkheid. Na twee jaar onduidelijkheid, gaan de volgende twee jaar in. Ondertussen blijft de roffel van de band op de achtergrond zachtjes doorspelen, en blijft de onrust voortbestaan.
Betrek de juiste partijen bij de besluitvorming
De arbeidsmarkt flexibiliseert, voorlopig zie ik zzp’ers niet uit het straatbeeld verdwijnen. Ik daag minister Koolmees uit op te staan als leider van de band en de band weer in symfonie te laten spelen. Het is tijd voor duidelijkheid en leiderschap. Ik wil Koolmees de volgende drie tips meegeven:
- Luister naar geluiden uit de markt en doe grondig onderzoek voordat beslissingen worden genomen;
- Laat het geen overheidsfeestje worden en betrek de juiste mensen bij de besluitvorming. Denk hierbij aan zzp’ers, zzp-experts en brancheorganisaties;
- Laat de samenleving niet langer in onduidelijkheid, dat creëert nog meer onrust. Kom met plannen voor de lange termijn in de vorm van wetgeving, en kom met plannen voor de korte termijn zodat opdrachtgevers en zzp’ers tot 2020 weten wat zij moeten doen.
24 januari jl. kwamen vertegenwoordigers van het kabinet, de Belastingdienst, marktpartijen, vakbonden en experts bijeen tijdens de bijeenkomst ‘Zelfstandig werken’. Tijdens deze bijeenkomst werden ideeën uitgewisseld voor toekomstige wet- en regelgeving voor zzp’ers. Het kabinet heeft in het regeerakkoord bekend gemaakt dat zij een zogenoemde ‘opdrachtgeversverklaring’ wil invoeren, door middel van een webmodule. De veldpartijen bieden weinig steun voor dit initiatief, zij verwachten administratieve lasten en problemen met de praktische uitvoerbaarheid. Gepleit wordt voor een pilot met een ondernemersovereenkomst of zelfstandigenverklaring.
De minister gaat de veldpartijen nog vóór de zomer opnieuw uitnodigen, om te toetsen of de besproken ideeën concreet uitvoerbaar zijn. Na die sessie zal een hoofdlijnennotitie worden verzonden naar de Tweede Kamer om te komen tot wetgeving in 2020.
Het is kabinet Rutte II niet gelukt, pakt kabinet Rutte III de stok wel over? Ik hoop het!